Akkerranden stimuleren de algehele biodiversiteit. Ze bieden ruimte, voedsel en beschutting voor allerlei flora en fauna zoals bijen, hommels, vlinders, fazanten, patrijzen en hazen. Ook zorgen akkerranden voor een mooie afwisseling in het landschap.
Bloeiende randen kunnen vele vormen aannemen (akkerranden, bloemstroken, bloeiende kopakkers, wegbermen, overstukjes grond, etc.). Ze zijn een belangrijke aanvulling op de biodiversiteit in het agrarisch gebied: de bloeiende kruiden in deze randen zijn een belangrijke voedselbron voor insecten en de zaden van akkerkruiden zijn van bijzonder belang voor vogels als de patrijs, kwartel, veldleeuwerik, grauwe gors en geelgors. Naast voedselbron zijn (akker)randen van grote waarde als dekking en foerageergebied voor zoogdieren en vogels. Bloeiende akkerranden vergroten ook de ‘functionele agrobiodiversiteit’: ze trekken natuurlijke vijanden aan (sluipwespen, zweefvliegen, loopkevers, spinnen, enz.) die helpen plagen in het hoofdgewas te onderdrukken. Door een veelheid van soorten uit verschillende plantenfamilies zijn akkerranden ook van betekenis voor (honing)bijen.
Akkerranden bevatten speciaal gekozen bloemen die veel stuifmeel en nectar bieden. In meerjarige randen kunnen natuurlijke vijanden overwinteren, waardoor deze al vroeg in het seizoen aanwezig zijn en de opbouw van bijvoorbeeld een luizenplaag kunnen voorkomen. Wanneer er natuurlijk beheerde wegbermen en slootkanten aansluiten op de akkerranden, wordt het effect versterkt en kunnen insecten zich makkelijk verplaatsen van de ene akker naar de andere.
Een bloemblok achter in mijn tuin.